14 maart 2011 – Ruim een week nadat onze vrijwilligers reeds een einde aan de griepgolf zagen komen, meldt ook het Nationaal Influenza Centrum (NIC) dat de influenza-epidemie voorbij lijkt. Ook de Belgische artsen zien weinig griep meer.
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er in hier en daar nog wat griep heerst. Maar in de rest van onze streken lijkt het althans voor dit seizoen definitief voorbij.
OOk in de rest van Europa is de griep afgenomen. Alleen IJsland, Armenië en Oekraïne rapporteren een stijging van het aantal griepgevallen.
14 maart 2011 – Update 12.
Het aantal griepgevallen in Nederland is in het grootste deel van het land onder de epidemische grens gedaald. In groen de meetresultaten van de vrijwilligers van de Grote Griepmeting (“Influenzanet”) en in rood de waarnemingen van de peilstationhuisartspraktijken van het Nederlandse instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL:
Ook in België heerst er geen epidemie meer, In groen de meetresultaten van de Vlaamse deelnemers aan de Grote Griepmeting (“Influenzamet”) en in rood de metingen door het Belgische Netwerk van Huisartsenpeilpraktijken:
1 maart 2011 – Update 11.
Griepgolf ten einde
Nu de weerkundige lente is begonnen, lijkt ook de griep uit Nederland te zijn verdwenen. Dat kan worden opgemaakt uit de metingen van 22.000 vrijwilligers die in Nederland en Vlaanderen meedoen aan de Grote Griepmeting. Al een week lang is het aantal Nederlandse griepgevallen tot onder de epidemische drempelwaarde gedaald.
Op 30 december 2010 waarschuwde de Grote Griepmeting dat de griep in aantocht was. Ruim acht weken lang duurde de – in het begin voornamelijk Mexicaanse – griep. In totaal overleden in Nederland 35 mensen aan de Mexicaanse griep.
In België sputtert de griep nog na. Ook in het noordoosten van Nederland zijn nog iets meer mensen grieperig dan in de rest van het land. Het betreft dan voornamelijk de veel milder verlopende B-griep.
Het aantal griepgevallen in Nederland is al ruim een week lang onder de epidemische grens gedaald. De donkergroene lijn toont de meetresultaten van de Nederlandse vrijwilligers van de Grote Griepmeting (“Influenzanet”). De grijze balk toont de epidemische grens:
In sommige landen in Zuid- en Noordoost-Europa is de griepactiviteit nog hoog. Maar overal in het westen van Europa lijkt het met de griep gedaan.
De Grote Griepmeting duurt dit seizoen nog tot 1 mei. Het is nooit uit te sluiten dat zich later niet nog een tweede, kleiner griepgolfje kan voordoen. Ook brengen we gevallen van verkoudheid in kaart. Met name tijdens carnaval kunnen verkouden feestvierders anderen aansteken.
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er in het noordoosten van Nederland nog wat griep heerst. Maar in de rest van het land lijkt het althans voor dit seizoen definitief voorbij.
23 februari 2011 – Update 10.
Het aantal griepgevallen in Nederland is thans tot de epidemische grens gedaald. In groen de meetresultaten van de Nederlandse vrijwilligers van de Grote Griepmeting (“Influenzanet”). De grijze balk toont de epidemische grens:
In België sputtert de griepepidemie nog na:
18 februari 2011 – Update 9.
Het aantal griepgevallen in Nederland is afgelopen week verder gedaald. In groen de meetresultaten van de vrijwilligers van de Grote Griepmeting (“Influenzanet”) en in rood de waarnemingen van de peilstationhuisartspraktijken van het Nederlandse instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL:
Ook in België is nog sprake van een lichte epidemie, In groen de meetresultaten van de Vlaamse deelnemers aan de Grote Griepmeting (“Influenzamet”) en in rood de metingen door het Belgische Netwerk van Huisartsenpeilpraktijken:
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, liet zien dat er weer minder griep in Nederland en België was dan de afgelopen week.
11 februari 2011 – Update 8.
Het aantal griepgevallen in Nederland was enige tijd gestagneerd, maar is nu wel weer dalende:
Ook in Vlaanderen is er nog sprake van een lichte epidemie:
Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL kwam gisterenavond met de gegevens van de peilstationhuisartsen voor week 5 van dit jaar. De huisartsen laten voor vorige week een verdere daling van het aantal griepgevallen zien:
Het NIVEL tekent hierbij aan:
“Er is een milde griepepidemie in Nederland. Het aantal griepgevallen is voor de vijfde achtereenvolgende week boven de epidemische grens van 51 per 100.000 inwoners. In week 5 werden 71 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) gerapporteerd door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL. Dat was minder dan in de voorgaande week (89 per 100.000). De epidemie strekt zich uit over het hele land, maar de piek van de epidemie lijkt voorbij. Huisartsen zien vooral jonge kinderen met IAZ (0-4 jaar), maar ook relatief veel scholieren van 5-14 jaar. In de 55 door de huisartsen van patiënten met IAZ ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 35 maal (64%) influenzavirus aangetoond; 13 maal het influenza A(H1N1)2009 virus (Mexicaanse griep) en 22 maal influenzavirus B. Er werd bij 4 patiënten met IAZ (7%) respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden. In de 19 van patiënten met bovenste luchtweginfectie anders dan IAZ (ARI) ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 8 maal (42%) influenzavirus gevonden: 2 maal influenzavirus A(H1N1)2009 en 6 maal influenzavirus B. Ook werd bij deze patiëntengroep 4 maal (21%) RSV aangetoond. Van alle midddels virologisch onderzoek bevestigde grieppatiënten in week 05 werd 65% veroorzaakt door influenza B en 35% door influenza A(H1N1). De gevonden griepvarianten zitten ook in het griepvaccin voor dit seizoen verwerkt.”
Het Belgisch Netwerk van Huisartsenpeilpraktijken
rapporteert:
“Tijdens de vijfde week van 2011 blijven de criteria om te spreken van een griepepidemie vervuld: de incidentie van griepale syndromen (ILI) ligt boven de epidemische drempel, maar is stabiel in vergelijking met vorige week en 65% van de afgenomen stalen is positief voor influenza virussen.”
De bijbehorende grafiek van de huisartsenpeilprakrijken:
In Europa heeft de griep zich verder naar het oosten verspreid. In onze omgeving zuchten met name Noorwegen, Luxemburg en Italië onder de griep:
De Wereld Gezondheidsorganisatie rapporteert dat in week 4 65% van het aantal griepgevallen in Europa influenza A en 35% influenza B betrof. Van de influenza A gevallen was 94% Mexicaanse griep (pandemisch A(H1)), en 6% A(H3). De Mexicaanse griep heeft er ook weer een nieuwe genetische subgroep bij gekregen: A/England/142/2010. Maar die blijkt nog onder de bescherming te vallen van het griepvaccin voor 2010/11.
1 februari 2011 – Update 7.
Het aantal griepgevallen in Nederland is verder gedaald:
Ook in Vlaanderen vond een afname plaats:
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er weer minder griep is in Nederland:
26 januar1 2011 – Update 6.
Hier onze grafieken van vandaag, 26 januari 2011.
In Nederland is de griep verder aan het dalen:
In Vlaanderen is juist weer een opleving te zien:
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er weer minder griep is in Nederland:
Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL kwam vanavond met de gegevens van de peilstationhuisartsen voor week 3 van dit jaar. De huisartsen laten voor vorige week een geringe stijging van het aantal griepgevallen zien:
Het NIVEL tekent hierbij aan:
“Er is een milde griepepidemie in Nederland. Het aantal griepgevallen is voor de derde achtereenvolgende week boven de epidemische grens van 51 per 100.000 inwoners. In week 3 werden 105 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) gerapporteerd door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL. Dat was meer dan in de voorgaande weken en de epidemie strekt zich uit over het hele land. Huisartsen zien vooral jonge kinderen met IAZ (0-4 jaar), maar ook relatief veel scholieren van 5-14 jaar. In de 59 door de huisartsen van patiënten met IAZ ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 43 maal (73%) influenzavirus aangetoond; 22 maal het influenza A(H1N1)2009 virus (Mexicaanse griep) en 21 maal influenzavirus B. Er werd bij 3 patiënten (5%) respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden. In de 13 van patiënten met bovenste luchtweginfectie anders dan IAZ (ARI) ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 3 maal (23%) influenzavirus gevonden: 1 maal influenzavirus A(H1N1)2009 en 2 maal influenzavirus B. Ook werd bij deze groep 2 maal (15%) RSV aangetoond. Van alle midddels virologisch onderzoek bevestigde grieppatiënten in week 03 werd 50% veroorzaakt door influenza B en 50% door Mexicaanse griep. Beide gevonden griepvarianten zitten ook in het griepvaccin voor dit seizoen verwerkt.”
Het verschil in de resultaten van de Grote Griepmeting en die van de huisartsen van het NIVEL laat zich verklaren door het feit dat de huisartsen veel meer kinderen (via hun ongeruste ouders) zien, en dat de Grote Griepmeting al direct resultaten kan laten zien, dus niet van vorige week.
20 januari 2011 – Update 5.
Vanwege de epidemie proberen we de ontwikkelingen van dag tot dag bij te houden. Hier onze grafieken van vandaag, 20 januari 2011.
In Nederland stabiliseert de griep zich:
In Vlaanderen is een kleine opleving te zien:
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er weer minder griep is in Nederland:
In Portugal neemt het aantal griepgevallen ook wat af:
In Italië neemt de epidemie nog toe:
19 januari 2011 – Update 4.
Ook de peilstationhuisartsen van NIVEL laten nu zien dat de griep in week 2 een beetje is afgenomen. Net als wij zien ze het aantal zieken nog wel boven de epidemische grens:
De nieuwe grafiek (week 2 van 2011) van het aantal door Nederlandse peilstationhuisartsen vermelde gevallen van influenza-achtige ziektebeelden (IAZ).
Het NIVEL rapporteert:
“Er is een griepepidemie in Nederland. Het aantal griepgevallen is voor de tweede achtereenvolgende week boven de epidemische grens van 51 per 100.000 inwoners. In week 2 werden 70 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) gerapporteerd door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL. Huisartsen zien vooral jonge kinderen met IAZ (0-4 jaar). In de 40 door de huisartsen van patiënten met IAZ ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 11 maal (58%) influenzavirus aangetoond; 11 maal het influenza A(H1N1)2009 virus (Mexicaanse griep), 2 maal influenza A(H1)2009, een maal influenza A niet gesubtypeerd en 9 maal influenzavirus B. Er werd bij 5 patiënten (13%) respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden. In de 29 van patiënten met bovenste luchtweginfectie anders dan IAZ (ARI) ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 16 maal (55%) influenzavirus gevonden: 8 maal influenzavirus A(H1N1)2009, een maal influenza A(H1)2009 en 7 maal influenza B. Ook werd 2 maal (7%) RSV aangetoond. Van alle midddels virologisch onderzoek bevestigde grieppatiënten in week 02 werd 41% veroorzaakt door influenza B en 59% door Mexicaanse griep. Beide gevonden griepvarianten zitten ook in het griepvaccin voor dit seizoen verwerkt.”
18 januari 2011 – Update 3.
De griep lijkt in Nederland op haar retour. Dat blijkt duidelijk uit het aantal infecties per week die de vrijwillige griepmeters gezamenlijk produceren. De situatie voor 18 januari 2011:
Ook in Vlaanderen is althans de afgelopen dagen geen verdere stijging te zien:
Het is natuurlijk nog te vroeg om te concluderen dat de griep nu helemaal verdwenen is. Er kan altijd nog een opleving plaatsvinden, hoewel een tweede grieppiek zich zelden voordoet.
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, laat zien dat er minder griep in Nederland en Vlaanderen is dan twee weken geleden.
15 januari 2011 – Update 2.
15 januari 2011 – De griepincidentie in Nederland is sinds het begin van dit jaar nog verder toegenomen. Heel Nederland is nu door de griep overspoeld. Dit wordt thans ook bevestigd door de waarnemingen van de huisartsen.
We hebben inmiddels nieuwe grafieken tot onze beschikking voor 14 januari 2011. Daaruit blijkt dat de griepintensiteit voor Nederland iets afneemt, maar dat kan natuurlijk tijdelijk zijn:
België lijkt na een aanvakelijke teruggang zich toch weer op hetzelfde niveau te handhaven:
In Portugal zagen huisartsenposten vorige week nog steeds een zeer snel stijgende lijn van het aantal griepgevallen:
In Italië is het ook niet anders:
13 januari 2011 – Update 1.
Gisterenavond zijn de cijfers bekend geworden van het aantal griepgevallen dat in de eerste week van januari door de peilstationhuisartsen van het NIVEL werd geregistreerd.
Het NIVEL rapporteert:
“Het aantal griepgevallen in Nederland is de afgelopen week flink toegenomen. In de eerste week van 2011 werden 87 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) gerapporteerd door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL. Dit is de eerste week dat het aantal griepgevallen boven de epidemische afkapwaarde van 51 per 100.000 inwoners komt. Griep komt in alle regio’s van het land voor. Huisartsen zien vooral jonge kinderen met IAZ (0-4 jaar). In de 36 door de huisartsen van patiënten met IAZ ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 24 maal (67%) influenzavirus aangetoond;15 maal het influenza A(H1N1)2009 virus (Mexicaanse griep), 1x influenza A, van onbekend subtype en 8 maal type B influenzavirus. Er werd bij deze patiënten 1 maal respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden. In de 12 van patiënten met bovenste luchtweginfectie anders dan IAZ (ARI) ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd 3 maal (25%) influenzavirus A(H1N1)2009 gevonden en 1 maal (8%) RSV aangetoond. Van alle midddels virologisch onderzoek bevestigde grieppatiënten in week 01 werd 30% veroorzaakt door influenza B, 67% door Mexicaanse griep en 3% door een influenza A-virus waarvan het subtype nog niet is vastgesteld. De gevonden griepvarianten zitten ook in het griepvaccin voor dit seizoen verwerkt.”
De nieuwe grafiek (week 1 van 2011) van het aantal door Nederlandse peilstationhuisartsen vermelde gevallen van influenza-achtige ziektebeelden (IAZ).
Dit bevestigt voldoende dat de Grote Griepmeting het bij het rechte eind had en dus wel degelijk kon waarschuwen voor een griepepidemie.
<I>Vergelijking van de cijfers van het NIVEL (rood) met die van de Grote Griepmeting (groen). Wij zien nog steeds een grotere epidemie. Stand van 12 januari 2011.
Inmiddels ziet de Grote Griepmeting de griep in Vlaanderen weer afnemen, terwijl de Belgische artsen nog wel een lichte stijging rapporteren. Als de cijfers van de Belgische artsen volgende week zouden dalen, lopen onze metingen wellicht ook daar voor.
Vergelijking van het aantal door Belgische huisartsen gerapporteerde gevallen van influenza-achtige ziektebeelden (ILI, oftewel InfluenzaLike Illness). Stand van 12 januari 2011.
Ook de kaart die de peilstationhuisartsen gezamenlijk produceren, laat duidelijk zien hoezeer de griep Nederland heeft overspoeld. Het cijfer 5 staat voor 50/100.000 en vormt voor de huisartsenposten de epidemische grens:
Aantallen door peilstationhuisartsen geregistreerde influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) per 10.000 inwoners per regio in week 1 van 2011 (bron: NIVEL, voorlopige gegevens).
De griep in Europa in week 1 van 2011.
12 januari 2011:
De percentagekaart die alle deelnemers aan de Grote Griepmeting gezamenlijk produceren, liet in de eerste week van januari al duidelijk zien dat er meer griep is in Nederland dan in Vlaanderen
Wie kent ze niet, de reclames waarin Albert Heijn zich vergelijkt met C1000? Daarin stelt de Zaanse grootgrutter dat het niets scheelt als je de kassabonnen van de een en van de ander vergelijkt. Goed nieuws dus voor iedereen die boodschappen doet: ook voor de prijs naar Albert Heijn.
Ook in Nederland wordt griep door verschillende partijen gemeten en becommentarieerd. De een doet het weer net iets anders dan de ander. Zijn er verschillen tussen griep en griep?
NIVEL en griep
Allereerst zijn de er de metingen door het NIVEL, het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Het NIVEL en de Grote Griepmeting zijn goede vrienden van elkaar. Het NIVEL verricht uitstekend werk en wij zijn niet van zin om vliegen van het gerenommeerde instituut af te vangen. Wat griep betreft meten we trouwens vrijwel hetzelfde, maar elk op onze eigen manier. Voor het NIVEL rapporteren 59 Nederlandse peilstationhuisartsen het aantal griepachtige verschijnselen aan de hand van de zogenoemde ‘Pel-criteria’.
Deze Pel-criteria zijn:
a) acuut begin
b) koorts (tenminste 38o rectaal)
c) aanwezigheid van tenminste één van de volgende symptomen:
– hoest
– rauwe keel
– neusverkoudheid
– frontale hoofdpijn
– pijn op de borst,
– spierpijn.
Een selectie van peilstationhuisartsen wordt ook gevraagd een keel- en neuswat (‘swab’) af te nemen bij een toevallige steekproef onder mensen met een griepachtig ziektebeeld of een luchtweginfectie. Deze keel- en neuswatten worden in het Laboratorium voor Infectieziektediagnostiek en Screening van het RIVM getest op de aanwezigheid van influenzavirus A (subtypen H3 en H1) en influenzavirus B, RS-virus en coronavirussen. De influenzavirus-isolaten uit deze monsters worden vervolgens naar het Nationaal Influenza Centrum gestuurd voor (sub)typering en karakterisering. Dat laatste gebeurt ook in andere landen. Zo kan de Wereld Gezondheidsorganisatie vaststellen welke virussen er in omloop zijn en hoe het vaccin voor het volgende griepseizoen het beste kan worden samengesteld.
U ziet: we kunnen het NIVEL, RIVM en Nationaal Influenza Centrum absoluut niet missen. Bovendien registreren de peilstationhuisartsen ook meer ziekten en aandoeningen dan alleen griep.
Grote Griepmeting en griep
Waarom dan nog onze Grote Griepmeting? De Grote Griepmeting is geïnteresseerd in de verspreiding van de griep van streek naar streek en van land naar land. Wij proberen de mysterieuze griepgolven in kaart te brengen die zich iedere winter opnieuw voordoen. Ook de Grote Griepmeting hanteert de Pel-criteria. Maar dan nog veel strenger: wij noemen het pas een griepachtig verschijnsel als zich naast een acuut begin en koorts minstens spierpijn voordoet en ofwel, ofwel hoest, keelpijn of pijn op de borst. Dit, omdat we via internet werken en er zo zeker mogelijk van willen zijn dat het geen ‘gewone’, verkoudheid is. Er blijven overigens altijd een paar gevallen van mensen met echte griep, die niet aan de griepdefinitie voldoen. Dit geldt ook voor de NIVEL-resultaten, en is momenteel een belangrijk vraagstuk voor wetenschappelijk onderzoek. Verder nemen we in de kaarten alle griepmeters op, maar in de grafieken alleen de trouwe en regelmatige griepmeters, om te voorkomen dat er verstoringen optreden door mensen die als gevolg van de media-aandacht doorgeven dat ze juist griep hebben.
In een gezamenlijk wetenschappelijk artikel van het NIVEL en de Grote Griepmeting is te lezen dat onze griepmeting de afgelopen vijf jaar betrouwbare resultaten heeft opgeleverd. We meten nagenoeg exact hetzelfde, al ziet de Grote Griepmeting veel en veel meer griepachtige verschijnselen dan de Nederlandse huisartsen. Dat komt doordat maar zeer weinig Nederlanders met griep naar de huisarts gaan. Nederlanders duiken in bed en bellen vervolgens school of werk dat ze ziek zijn. Ligt de epidemische grens voor de metingen door de peilstationhuisartsen van het NIVEL bij 51 griepgevallen per week op 100.000 inwoners, bij de Grote Griepmeting is dat bij 380 griepgevallen per week op 100.000 inwoners.
In Nederland bestaat een groot verschil tussen het aantal meldingen bij de Grote Griepmeting/Influenzatnet (verticale schaalverdeling links) en die bij de peilstationhuisartsen van het NIVEL/EISN (verticale schaalverdeling rechts). Doorgaans zijn de grafieken identiek als we met dit verschil rekening houden. Alleen dit seizoen wijken de gemeten aantallen wel heel erg af.
In België is het anders, omdat bijna iedereen die ziek is daar naar de huisarts moet om zijn verzuim te kunnen aantonen. Daar zijn de epidemische grenzen tussen onze metingen en die van de huisartsen nagenoeg identiek.
In België zijn er nauwelijks verschillen in gemeten aantallen door vrijwilligers van de Grote Griepmeting/Influenzanet (verticale schaalverdeling links) en die van de peilstations van huisartsenposten/EISN (verticale schaal rechts).
Hoewel bij de Grote Griepmeting ook artsen en virologen betrokken zijn, richten wij ons in eerste instantie op epidemiologie. Een epidemioloog houdt zich niet bezig met de diagnose en behandeling, maar probeert uit te zoeken wie er door een ziekte getroffen wordt en welke factoren dat in de hand werken of juist niet (leeftijd, geslacht, besmettingsbronnen, voeding, etc.). Statistische analyses van grote databestanden zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel. Daarvan leren we heel veel. Speelt openbaar vervoer een rol of juist niet? Worden kinderen eerder getroffen dan ouderen en verspreidt een infectieziekte zich wellicht via kleuterdagverblijven en scholen? Op die manier proberen wij wiskundige modellen te maken over de verspreiding van infectieziekten.
Aan alle – voor ons volledig anonieme – griepmeters hebben we in het begin een paar algemene vragen gesteld: roken/niet roken, dieet of niet, allergie of ziekteverschijnselen, jonge kinderen thuis of niet, openbaar vervoer of anders, leeftijd, eventuele ziekten, gevaccineerd of niet, enzovoort. Daarmee hopen we een beter inzicht te krijgen in het verloop en de duur van de ziekte en de bevattelijkheid. Wie tijdens het griepseizoen trouw door meet, verschaft de wetenschap zeer waardevolle informatie over de mate van bescherming van een eventuele vaccinatie. Ook kunnen we nagaan of reïnfectie optreedt. Een zeer klein aantal mensen krijgt twee of meer keren griep in één seizoen.
Gedurende het Europese onderzoeksprogramma EPIWORK gebruiken artsen, virologen en epidemiologen (wiskundigen en biologen) de Grote Griepmeting voor onderzoek naar de verspreiding van infectieziekten.
Doordat de Grote Griepmeting niet alleen in Nederland en Vlaanderen, maar tegenwoordig ook in Portugal, Italië, Groot-Brittannië en Zweden plaatsvindt, en volgend jaren wordt uitgebreid naar Spanje, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, hopen we de verspreiding van de infectieziekte door heel West-Europa vast te leggen. Door de bestudering van eerdere griepkaarten van verschillende landen ontdekte ik jaren geleden dat griep de afgelopen winters vaak de kop opstak in Ierland en Groot-Brittannië, en vervolgens ‘oversprong’ naar Portugal. Daarna sloop het Spanje binnen en sijpelde via Frankrijk naar België en uiteindelijk naar Nederland. Maar er zijn ook keren dat de griepgolf rechtstreeks overging van Groot-Brittannië naar België en Nederland, zoals dit seizoen. Waarom?
En hoe komt het trouwens dat griep in de wintermaanden piekt? Heeft dat maken met temperatuur, gebrek aan UV-zonlicht, daling van de luchtvochtigheid door het opstoken van de verwarming, de vele feestdagen en nieuwjaarrecepties? We weten het nog steeds niet precies.
Google en griep
Naast het NIVEL en de Grote Griepmeting heb je ook nog Google Grieptrends. Dat legt het verloop van de wintergriep vast door het zoekgedrag van consumenten via internet in kaart te brengen. Wie griep heeft, zou vaker naar het ziektebeeld of geneesmiddelen tegen griep googlen. Google produceert grafieken en kaartjes die overeen komen met die van het Nivel en de Grote Griepmeting. Maar daar houdt iedere vergelijking ook op. Google weet verder niets van zijn ‘griepzoekers’. Verder valt te betwijfelen of Google het zoekgedrag naar griep zou zien toenemen als er geen media-aandacht zou zijn. Je kunt een griepepidemie eigenlijk net zo goed vaststellen aan de hand van het dagelijks tellen van het aantal keren dat je het woord ‘griep’ aantreft in een bepaald aantal dagbladen. Een fabrikant van homeopathische geneesmiddelen probeert het zelfs via Twitter, maar daar is het aantal griepgevallen sinds de start van de metingen in oktober vorig jaar alleen maar dalende. Of is dat nu juist de beschermende invloed van de homeopathie?
Epidemie of niet?
Op 30 december 2010 verstuurde de Grote Griepmeting het volgende persberichtje aan de media:
Nieuwe jaar begint met griep
De griep komt er aan. In België is de epidemische grens reeds doorbroken. Ook in Nederland neemt het aantal griepgevallen toe. Met name in het noordoosten en westen van Nederland zijn al zoveel mensen ziek dat de epidemie niet lang op zich zal laten wachten. Dat blijkt uit het aantal meldingen bij de website van de Grote Griepmeting.
“Vooral jonge kinderen tot 15 jaar hebben nu last van griepachtige verschijnselen,” meldt Carl Koppeschaar, die in 2003 begon met de griepmeting via internet. “Vanwege de kerstvakantie zijn zij nu nog thuis. Vanaf 3 januari kan het virus zich ook weer via de scholen verspreiden. Voorlopig lijkt het te gaan om milde vormen van griep (influenza B) en zware verkoudheid. Ook waart het Mexicaanse griepvirus uit 2009 rond.”
Als de griep inderdaad doorzet, is niet te voorspellen hoe ernstig de epidemie zal worden. Koppeschaar: “Vorig seizoen zijn zoveel mogelijk risicogroepen gevaccineerd tegen Mexicaanse griep. Ook dit jaar maakte het deel uit van het vaccin. Dat kan dus enorm meevallen. Zo was er vorig seizoen na de plotselinge Mexicaanse griepepidemie in de herfst, in Nederland zelfs helemaal geen piek van wintergriep. Angst voor Mexicaanse griep hoeven we nu dus niet meer te hebben.”
De bedoeling was iedereen er op wijzen dat het aantal griepgevallen snel toenam. Maar we wilden geen paniek zaaien. Sommige media gingen flink aan het speculeren en kopten Grote Griepepidemie of zelfs Grote Griepexplosie. De verwarring werd compleet toen zij navraag deden bij RIVM en NIVEL, die nog helemaal geen griepepidemie zagen.
Het NIVEL had in die tijd alleen nog haar metingen van week 51 op de website, dus van twee weken eerder. Ook vorige week, met de metingen van week 52, was er nog niet veel aan de hand.
Aantallen door peilstationhuisartsen geregistreerde IAZ in 2008-2011 per week en per 10.000 inwoners (bron: NIVEL).
Wél werd in het westen van Nederland het aantal griepachtige verschijnselen geteld als 59/100.000 (in de kaart afgerond weergegeven als 6 voor 6/10.000), op regionaal niveau dus hóger dan de eigen epidemische grens van 51/100.000.
Aantallen door peilstationhuisartsen geregistreerde influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) per 10.000 inwoners per regio in week 52 van 2010 (bron: NIVEL, voorlopige gegevens).
De Tweede Influenzanieuwsbrief seizoen 2010/2011, een uitgave van het Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlandsinstituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) was het verschil tussen Grote Griepmeting en de metingen van de peilstationhuisartsen ook niet ontgaan:
Opvallend is het contrast tussen de lichte stijging in dit aantal en de sterke toename in het aantal meldingen aan de Grote Griep Meting (GGM) in dezelfde week. Een verklaring van dit verschil is moeilijk aan te geven. In een artikel waarin de resultaten van de GGM over 5 seizoenen worden vergeleken met die van de peilstations, wordt gevonden dat de GGM gemiddeld een week eerder een stijging van het aantal griepgevallen vertoont dan het NIVEL. Als verklaring wordt geopperd dat het moment van rapportage bij het NIVEL later ligt dan bij de GGM. Misschien kan de reden in het huidige seizoen ook worden gezocht in de toename van de laatste weken in het aantal RS-virusinfecties die een ziektebeeld geven dat de leek vaker als griep kwalificeert dan de huisarts.”
Het laatste lijkt niet zo waarschijnlijk omdat de Grote Griepmeting nog te weinig kinderen heeft als vrijwillige griepmeters (RSV treft met name jonge kinderen, al kun je later ook opnieuw RSV oplopen) en we nog strikter werken dan de Pel-criteria van de huisartsen. Daarom denken wij eerder aan nog geringer bezoek aan griepachtigen aan huistartsen als gevolg van de kerstvakantie en feestdagen. Ook het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in Stockholm opperde dat in haar nieuwsbrief van week 51:
“Overall, influenza activity remains low in most countries of the WHO European Region. In week 51/2010, 34% of sentinel samples tested positive for influenza compared with 39% in the previous week. This apparent drop in positivity probably relates to fewer consultations and/or lower reporting of data owing to the Christmas and New Year holidays. This interpretation is supported by the facts that the number of countries reporting influenza detections and the rates of positivity in sentinel samples observed in individual countries are increasing.”
Later deze week komen de nieuwe cijfers van het NIVEL voor week 1 van dit jaar. We verwachten dan eigenlijk dat de peilstationhuisartsen dan ook een flinke stijging van het aantal griepgevallen rapporteren. Zo niet, dan is er iets vreemds aan de hand. Want volgens de kaarten van het ECDC heerst dan overal om ons heen flink de griep en zouden wij zijn gevrijwaard:
In de afgelopen weken ‘sprong’ de griep over van Groot-Brittannië naar het vasteland van Europa
Nieuwste gegevens
Onze epidemioloog drs. Sander van Noort, in Portugual druk bezig met zijn proefschrift, is eergisteren ook nog eens in de metingen van onze vrijwilligers gedoken. Heel goed te zien is dat de griep in Nederland aanvankelijk in het noordoosten begon, maar nu inmiddels heel Nederland heeft overspoeld.
Het noordoosten van Nederland (rood) zag eerder een toename van het aantal griepgevallen dan de rest van het land
De griepincidentie in Nederland is sinds het begin van dit jaar nog verder toegenomen en is inmiddels veel hoger dan in Vlaanderen:
De griepincidentie in Nederland (boven) en Vlaanderen (onder).
Ook in andere landen, zoals Portugal en Italië, is in dezelfde periode sprake van een zeer sterke stijging:
In zowel Portugal (boven) als Italië (onder) neemt het door huisartsen gerapporteerde aantal griepgevallen snel toe
Als we alles in ogenschouw nemen, is er feitelijk maar één conclusie mogelijk: Nederland griept op dit moment volop.
Carl Koppeschaar
Meer informatie:
Friesema, I.H.M.; Koppeschaar, C.E.; Donker, G.A.; Dijkstra, F.; Noort, S.P.van; Smallenburg, R.; Hoek, W. van der; Sande, M.A.B. van der: Internet-based monitoring of influenza-like illness in the general population: experience of five influenza seasons in the Netherlands. Vaccine, vol. 27, (2009), nr. 45, p. 6353-6357.
R.L. Marquet, A.I.M. Bartelds, S.P. van Noort, C.E. Koppeschaar, J.Paget, F.G. Schellevis and J. van der Zee: An internet-based monitoring of influenza-like illness (ILI) in the general population of the Netherlands during influenza seasons 2003-2004. BMC Public Health, 2006, 6:242.
14 maart 2011 20:11